Ik mis Afrika, ik mis Lamu. Het is net alsof ik thuis ben, in Rotterdam
dus. Regelen is overal hetzelfde. Vergaderingen deadlines afspraken die verzet
worden, computeren. Ook al zit je onder een palmboom in een zwoele wind met
uitzicht op de Indische oceaan en een vers tamarindesap voor je. Dat valt echt
tegen. Dit wordt de eerste en gelijk de laatste keer. Dat beloof ik mezelf nu
heilig. Wat anders is het dan vorige keer toen ik van alles ontdekte, plaatsen,
mensen planten materialen. Een manier van leven waar ik op een of andere manier
toch ook mijn ‘werk’ in kon maken. Ik heb toen geen computer gezien. Natuurlijk
wel soms een mobieltje in de hand gehad om naar huis te bellen. Ik ben geen
belangrijke politici tegengekomen en geen toegewijde vrijwilligers die toch een
beetje klagen over de staat waarin ze het atelier terugvinden na terugkomst
(rommeltje dus). Natuurlijk zijn de jongens er nu ook die even komen aanrijden
op hun ezel en nieuw eten dat ik moet proeven. En ik logeer in een gesloten
hotel dat als alle huizen hier de sfeer heeft van duizend en een nacht. Maar ik
doe gewoon stom kantoor werk. Bellen regelen officiële mensen zien. Omdat ik
daar niet zoveel ervaring in heb in Nederland kan ik niet zien of het hier
trager of efficiënter gaat. Ik heb de indruk dat de opbrengst per saldo gelijk
is.
De grote vraag is dan waarom ik dit eigenlijk wilde. Natuurlijk is het
de bedoeling dat iemand iets heeft aan mijn inspanningen en trouwens ook die
van de anderen. Herbert, Samia, Musa, Rachel, allemaal zijn ze hard bezig om
het Lamu Arts Festival 2016 van de grond te krijgen en de bedoeling ervan is
dat de mensen hier een leuke tijd hebben en dat er vertier is voor toeristen en
dat dat weer meer toeristen op gaat leveren. Er zal een uitwisseling plaatsvinden
tussen de kunstenaars van buiten Lamu en die van Lamu en kinderen kunnen ook
participeren in wedstrijden en worden zo betrokken bij het Festival. Het zijn
geen eerste levensbehoefte, maar misschien wel secundaire of tertiaire.
Omdat ik in Nederland nog bepaald geen zekerheid had of enig element
van het festival dat werd besproken in oktober 2015 door zou gaan, besloot ik
dus in december zelf de verantwoordelijkheid te nemen over het welslagen. De
fundraising actie leverde een heleboel materiaal op en ook geld voor wederom
materiaal en andere noodzakelijke uitgaven. Ik weet nu niet goed wanneer en uitgave noodzakelijk is, maar dat merk ik
wel gaandeweg. Ik heb gezorgd dat er voor vier workshops voor volwassenen
materiaal is en ik heb materiaal meegenomen voor een project om te tekenen met
kinderen op straat. Dat laatste plan kwam in plaats van het plan om een
wedstrijd voor de scholen te organiseren om een hoed te ontwerpen te tekenen of
schilderen. Ik had het gevoel dat het niet meer zou lukken om dat te
organiseren als ik hier terugkwam.
Een beetje paniekvoetbal was het
dus wel, die fundraisingactie, want voortgekomen uit gebrek aan informatie. Dat
bleek ook wel toen ik eenmaal hier was en toen afgelopen woensdag de eerste
echte vergadering met de staf van het ministerie of afdeling van Toerisme
Handel en Cultuur plaatsvond. Als Samia
Omar namelijk aanwezig is dan is ze dat ook echt en dan drukt ze haar plannen
ook door. Dus met andere woorden, de wedstrijd voor de scholen gaat door. Dat
bepaalde Samia achter haar bureau en ze keek naar de mannen voor haar die sloom
voor zich uitstaarden tot er een op zou staan om de verantwoordelijkheid voor
de uitvoering op zich te nemen. Samia gaat namelijk niet zelf uitvoeren. De
mannen op de stoelen voor het bureau, Fauz van Handel, Swaleh van Toerisme, de
administrator en Faiz waarvan ik niet weet waarvoor hij was, praatte zachtjes
in op Adam Musa, van de bibliotheek in het Fort, degene die met mij de
workshops voor kunstenaars moet organiseren. Uiteindelijk stemde hij toe zei
het schoorvoetend dat hij coördinator zou zijn voor de wedstrijd op de Primary
Schools.
De dag voor de vergadering had ik uitgebreid gebrainstormed met Omar
over het organiseren van een project voor kinderen buiten enige
schoolstructuur. Ik had er echt zin in gekregen. We zouden niet op straat gaan
zitten, maar in een pandje een ruimte inrichten met een lage bank om aan te
tekenen en gedurende weekdagen tussen 4 en 7 kinderen proberen te interesseren
voor de wedstrijd die we hadden genoemd Junior wachoraji wa kofia klaa/ Junior
kunstenaars van toffe hoeden. Misschien zou behalve Lamu Town ook Matondoni aan de beurt komen. Eigenlijk
verviel dit hele project op het moment dat Samia verordonneerde dat er een
officiële wedstrijd zou zijn. Niet omdat het overbodig zou zijn, want die
officiële wedstrijd is alleen voor class 8 maar omdat het teveel is om te
organiseren, voor mij bedoel ik. Het jammere of akelige is nu wel dat alle
projecten officiële projecten zijn. Dus voor elk project moet vergaderd worden,
officiële brieven geschreven, mensen worden bezocht en ruimtes worden gezocht
en begrotingen worden gemaakt.
De volgende dag had ik dus met Adam afgesproken in het Fort om de brief te schrijven naar de kunstenaars en de art-teachers voor de workshop op de 11de. Hij liet mij wachten in een kantoortje waar ik dan alvast zelf kon werken aan de brief. Dat was het kantoor van de Education Hon., minister of verantwoordelijke en dus in plaats van een brief te schrijven kon ik haar vertellen wat we van plan waren. Sauda Kassim is uit hetzelfde hout gesneden als Samia dus ze pakte het voortvarend aan. Ja, dat geeft ook veel vertrouwen. Zij gaat alle scholen bellen, de Secondary om teachers uit te nodigen voor de workshops en de Primary voor de wedstrijd, dus dat moet goed komen. Onder Sauda kan je niet uitkomen. Opvallend hoe deze toch vrij vrouwonvriendelijke cultuur, met zoveel vrouwen die binnen zitten, zo matriarchaal aandoet als het op besturen aankomt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten